Kies voor een gezond gebit
Mondhygiëne voorkomt ziektes aan uw tandvlees
Gave tanden houden, betekent als eerste letten op uw eetgewoonten. Te veel zoete en/of zure dingen eten, is slecht voor uw tanden. Beter is drie maaltijden per dag en maximaal vier tussendoortjes. Eet of drinkt u iets, dan krijgt uw gebit een ‘zuurstoot’. Want de bacteriën in uw mond zetten de suikers uit uw voedsel om in zuren. Of omdat er al zuren in uw eten zitten, zoals bij appelsap of yoghurt. Deze zuren tasten het glazuur van uw tanden aan.
Een goede mondhygiëne voorkomt ziektes aan uw tandvlees en een ‘slechte adem’. En begint waar poetsen eindigt, met flossen, ragers en stokers gebruiken. Zo voorkomt u plak die ontstaat door de bacteriën in uw mond en etensresten op en tussen uw tanden. Mondhygiëne is dus vooral uw eigen taak.
Tandsteen ontstaat door de kalk in uw spuug. Die kalk hecht aan uw tanden en vormt een ideale startlaag voor ‘plak’ en is een broedplaats voor bacteriën. Tandsteen kun je niet meer wegpoetsen, en groeit daarom steeds verder en kruipt ook onder je tandvlees waar het ontstekingen kan veroorzaken. Tandsteen moet u elk half jaar laten verwijderen; het beste bij de controle.
Ontstoken tandvlees of bacteriën achter op de tong kunnen een slechte adem veroorzaken. Dat kun je voorkomen door ook je tong te poetsen of met een gorgelmiddel. Een gezonde mond begint dus bij uzelf.
Mondhygiëne
Mondhygiëne bij een beugel
Hebt u een vaste beugel, dan hebt u plaatjes op uw tanden en een draad in uw mond. Daar kunnen snel etensresten achter gaan zitten. Goede mondhygiëne is bij een beugel daarom enorm belangrijk.
Ons advies: telkens als u wat gegeten heb – ook een kleinigheid – uw tanden poetsen. En goed poetsen; de tanden, het tandvlees, en vooral goed rondom de plaatjes en onder de draad van uw beugel poetsen.
Neem de tijd voor de ruimte tussen de plaatjes en het tandvlees: daar ontstaat het snelst tandplak en gaatjes bij beugeldragers. En daarna telkens uw mond uitspoelen. Tenminste met water of beter met een spoelmiddel. Zo voorkomt u dat zich etensresten gaan ‘opstapelen’.
U krijgt daarvoor een aparte borstel – een ragertje – die u het beste steeds op zak kunt houden. Dan hebt u die na elke maaltijd of hapje tussendoor meteen bij de hand. En vanzelfsprekend thuis ook goed poetsen met een goede tandenborstel. Liefst een elektrische. Het beste koopt u elke maand een nieuwe borstel.
Kies voor een gezond gebit
Eten met een beugel
Er zijn allerlei zaken waar u voorzichtig mee moet zijn omdat ze uw beugel kunnen beschadigen: hard en taai voedsel, kleverige zaken zoals drop, nougat en karamel, ijsblokjes, harde noten en harde vruchten, laat staan vruchten met pitten. Lolly’s en kauwgom zijn absoluut verboden; met of zonder suiker. Uw eten kunt u het beste zo klein mogelijk snijden of in kleine hapjes gebruiken. Daarmee voorkomt u veel problemen.
Dagelijks onderhoud
Naast het poetsen kunt u het beste elke dag even uw beugel nakijken of aftasten. Dan merkt u of er plaatjes loszitten of dat de draad verschoven is. Is dat het geval? Bel dan de tandarts en vraag wat u moet doen. Wellicht kunt u het probleem zelf oplossen, of moet u toch even naar de tandarts komen.
Wat kan er zo al gebeuren?
• De draad prikt in de uw wang: Controleer dan of de draad niet is verschoven. Kijk of u hem kunt terugschuiven. Of een stukje eraf kunt knippen. Lukt dat niet? Dan moet u naar de tandarts
• Een losse bracket: Meteen de tandarts bellen. Want één week met een losse bracket rondlopen, betekent minstens 2 weken langer een beugel moeten dragen.
• Los elastiekje: Knip het stuk dat stoort of los zit af, en bel voor een afspraak.